Menu

15 Jan

Amerikaanse overheidsinstanties oefenen heimelijk censuur uit om 'populisme' te bestrijden

interview michael shellenberger
Aanval op vrijheid van meningsuiting
In de afgelopen maanden is een reeks onthullingen gedaan waaruit blijkt dat Amerikaanse overheidsinstanties jarenlang systematisch censuur hebben uitgeoefend en heimelijk de publieke opinie hebben bespeeld met politieke propaganda. Volgens onderzoeksjournalist Michael Shellenberger, die een leidende rol speelde bij de onthullingen, gaat het om een georganiseerde campagne om ‘populisme’ te bestrijden en kritiek op de overheid in de kiem te smoren. “Wat we nu zien in de westerse wereld is de grootste aanval op vrijheid van meningsuiting sinds de opkomst van het totalitarisme honderd jaar geleden”, zegt hij in een interview met deze krant. Hij denkt dat het tij nog te keren is: “De gedachtenpolitie is in het defensief. Dit jaar zal in het teken staan van de strijd om de vrijheid van meningsuiting.”

Het ‘censorship-industrial complex’, zo noemt Michael Shellenberger het omvangrijke censuurapparaat dat in de afgelopen jaren in de VS is ontstaan – een variant op het ‘militair-industrieel complex’ dat de Amerikaanse politiek al veel langer beheerst. Shellenberger maakt deel uit van een klein onafhankelijk onderzoekscollectief, genaamd Public. Samen met andere prominente ­onderzoeksjournalisten, zoals Matt Taibbi (Racket News), Jacob Siegel (Tablet) en een onderzoekscommissie van het Amerikaanse congres heeft hij het censuurapparaat in kaart weten te brengen. Diverse klokkenluiders hebben zich bij hen gemeld. Zo is een steeds duidelijker beeld ontstaan van de censuur- en propagandamethodes die onder president Biden worden gehanteerd door Amerikaanse inlichtingendiensten, het Pentagon en andere overheidsinstanties.

Het moderne ‘censorship-industrial complex’ ontstond meteen na de verkiezing van Donald Trump tot president in 2016. Het Amerikaanse establishment was geschokt door de overwinning van Trump en besloot dat hij onder geen beding mocht worden herkozen. Al tijdens de verkiezingscampagne beschuldigden de Democraten Trump ervan dat hij ‘Russische connecties’ zou hebben. Dat bleven zij ook na zijn overwinning beweren. Maar zij gingen nog verder. Ze zetten een omvangrijk censuur- en propaganda-apparaat op dat in een totalitaire samen­leving niet zou hebben misstaan. Een sleutelrol is hierbij weggelegd voor de Cybersecurity and Information Security Agency (CISA), onderdeel van het Department of Homeland Security, de inlichtingendienst die is opgericht na de aanslagen van 9/11 in 2001 om ‘terroristische dreigingen’ binnen de VS te bestrijden. CISA zette in 2020 het Election Integrity Partnership (EIP) op, waar onder meer het Stanford Internet Observatory bij betrokken was. EIP en zijn opvolger, het Virality Project, infiltreerden sociale media platforms als Twitter en Facebook en lieten ongewelvallige informatie censureren.
Een andere sleutelorganisatie is de Cyber Threat Intelligence League (CTIL). CTIL werd in 2020 in de Amerikaanse media omschreven als een organisatie van particuliere ‘vrijwilligers’ die zich inzetten om ‘desinformatie’ over Covid en vaccinaties te bestrijden. In werkelijkheid is CTIL nauw gelieerd aan de Amerikaanse overheid. Vanaf 2019 werkten CISA, CTIL, de FBI, het ministerie van Justitie, het Pentagon (ministerie van Defensie) en de inlichtingendiensten National Security Agency en het Office of National Intelligence samen in wat zij omschrijven als een ‘whole-of-government’-benadering om ‘desinformatie’ te bestrijden.

CTIL werd opgezet door een ‘voormalige’ Britse defensiemedewerker, Sara-Jayne Terp, ‘voormalige’ Israëlische inlichtingenfunctionaris, Ohad Zaidenberg en een ‘security manager’ van Microsoft, Nate Warfield. Terp zette in 2019 samen met ex-CIA-medewerkster Renee Diresta van het Stanford Internet Observatory binnen CTIL de ‘Misinfosec Woking Group’ op. Deze ontwikkelde een strategie onder de naam ‘Adversial Misinformation and Influence Tactics and Techniques’ (AMITT). Het idee van AMITT was afkomstig van de MITRE Corporation, een ‘onafhankelijk’ data-analysebedrijf dat jaarlijks tussen de 1 en 2 miljard dollar aan Amerikaans overheidsgeld ontvangt om ‘whole-of-­government’- oplossingen te ontwikkelen voor ‘uitdagingen’ waarmee de overheid zich geconfronteerd ziet. Het AMITT-concept lag onder meer ten grondslag aan het DISARM-programma, dat wordt gebruikt door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om ‘anti-vaccinatie-campagnes’ te bestrijden.

CTIL en CISA houden zich via AMITT niet alleen bezig met censureren en ‘shadowbannen’, ze voeren ook gerichte campagnes tegen personen en laten bijvoorbeeld bankrekeningen blokkeren. Verder houden ze zich bezig met wat Terp noemt ‘cognitive security’, staatsveiligheid op cognitief gebied, wat onder meer bestaat uit het bestrijden van ongewenste narratieven en het construeren van gewenste narratieven.

Een voorbeeld is het ‘Hamilton 68’-project, waarin Terp samenwerkte met Jonathon Morgan, de directeur van NewKnowledge.io, een ander databedrijf dat “samenwerkt met overheden om de integriteit van het publieke debat te beschermen”. ‘Hamilton 68’ was een ‘tool’ om ‘Russische desinformatie’ te bestrijden op Twitter. De beweringen van Hamilton 68 over Trumps vermeende banden met Rusland werden massaal overgenomen door de Amerikaanse media, maar bleken op niets te berusten. Toen de coronacrisis begin 2020 uitbrak, stortten CTIL, CISA en aanverwante organisaties zich op de critici van het coronabeleid.

Shellenberger erkent dat overheidspropaganda niets nieuws is. Wel nieuw, zegt hij, is dat de informatieoorlog van de Amerikaanse ‘deep state’ gericht is tegen de eigen bevolking. “De percepties, attitudes, en gedrag van burgers zijn voorwerp van militair toezicht en manipulatie geworden.” De censuur en propaganda richten zich volgens hem steeds meer op de bestrijding van ‘populisme’. Met andere woorden, op politieke tegenstanders. Zo bleken de acties van CTIL in 2019 alle gericht te zijn tegen ‘rechtse’ critici en ter verdediging van ‘linkse’ politici, onder wie Obama, Macron, en Hillary Clinton. “De bestrijding van desinformatie is in werkelijkheid een poging om oppositie tegen de internationale politieke en militaire orde in de kiem te smoren”, stelt Shellenberger.

Hij wijst erop dat de activiteiten zich niet beperken tot de VS. Zo hebben Ierland, Schotland en Engeland wetgeving ingevoerd of op de rol staan die de overheid veel meer macht geeft om kritische geluiden te bestrijden. De EU heeft afgelopen jaar de Digital Services Act ingevoerd met hetzelfde doel. De Navo publiceerde in maart 2023 een rapport over de noodzaak voor ‘cognitive warfare’, gericht op de eigen bevolking. “Een van de technieken die ze allemaal gebruiken, is kritische geluiden linken aan haatzaaien, complottheorieën en aan Rusland,” stelt Shellenberger.

Toch gelooft de in San Francisco gevestigde journalist, die in de VS bekendstaat als voorvechter van kernenergie, dat het tij nog valt te keren. Hij en zijn collega’s hebben de afgelopen maanden getuigenis afgelegd voor een onderzoekscommissie van het Amerikaanse Congres. Shellenberger is ervan overtuigd dat er een meerderheid te vinden moet zijn om “door de overheid gefinancierde censuur” te beëindigen. Volgens hem zijn de praktijken van het ‘censorship industrial complex’ in strijd met artikel 1 van de Amerikaanse grondwet, dat vrijheid van meningsuiting garandeert. Er lopen op dit moment diverse rechtszaken die de censuurpraktijken van Amerikaanse overheidsinstanties aanvechten. De belangrijkste is een zaak aangespannen door de staat Missouri tegen de regering-Biden, die binnenkort door het Amerikaanse Hooggerechtshof beoordeeld zal gaan worden. Missouri heeft al belangrijke overwinningen geboekt in lagere rechtbanken, die ertoe hebben geleid dat de regering-Biden zijn censuur en propaganda heeft moeten pauzeren. Reguliere media zoals de New York Times noemden dit een ‘overwinning voor conservatieven’.

Daarnaast is Shellenberger internationaal actief. Hij organiseerde in juni een bijeenkomst in Londen met bekende opiniemakers die zich op de strijd voor vrijheid van meningsuiting hebben gestort. “We hopen in januari de wetsvoorstellen van de Ierse regering, die ingrijpende censuur mogelijk maken, te verslaan”, zegt hij. De bijeenkomst in Londen heeft geleid tot een verklaring, de ‘Westminster Declaration’, die overheden oproept zich te houden aan artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die vrijheid van meningsuiting én vrijheid van informatievoorziening garandeert. De Westminster Declaration is ondertekend door tientallen bekende persoonlijkheden onder wie John Cleese, Julian Assange, Oliver Stone, Richard Dawkins, Jordan Peterson en Ayaan Hirsi Ali.

En dan is er nog de rol die Elon Musk mogelijk kan spelen. Shellenberger heeft contact met de nieuwe eigenaar van X (Twitter). “Musk weet wat er op het spel staat”, zegt hij, “en is bereid de strijd aan te gaan voor vrijheid van meningsuiting.”

Dit artikel verscheen eerder in De Andere Krant.

Karel Beckman

Nieuws




© VVJ - Alle rechten voorbehouden

Everything is going extremely well.
👪
.zZ
?